Het "verraad" van Pater Vinck

Nadat de Spanjaarden in 1632 uit Maastricht waren verjaagd, bleven ze broeden op een plan om de stad opnieuw in handen te krijgen. Daartoe kochten ze in 1638 twee Maastrichtenaren om, die stiekem de stadspoort moesten openzetten. Maar het complot werd ontdekt, en vijf van de mannen die bij het verraad betrokken waren geweest werden onthoofd. Inclusief Pater Vinck, bij wie een van de verraders zijn snode plan al snel had opgebiecht, maar die daarover tegenover der autoriteiten zijn mond had gehouden. Niet alleen uit nobele motieven…

Maastricht was in de tijd dat dit verhaal speelt al weer een paar jaar in Nederlandse handen, nadat het vijftig jaar lang onder Spaans, streng katholiek gezag had gestaan. In 1632 hadden Spanjaarden de stad moeten verlaten, maar ze bleven dichtbij gelegerd in fort Navagne, in het huidige Vlaanderen. Van daaruit wilden ze het belangrijke Maastricht heroveren.

Zak met goud

In 1638 werden Claude de la Court, een soldaat in Nederlandse dienst, en de brouwer Jan Lansmans met behulp van flink wat Spaanse goudstukken overgehaald om mee te werken aan een list waardoor de Spanjaarden Maastricht zonder veel moeite in zouden kunnen nemen. Jan Lansmans kocht daarvoor de Halve Maen, een pand tegen de stadsmuur met in de achtertuin een dichtgemetseld poortje. Dit poortje zouden beide heren met behulp van de metselaar Leonard Katers openbreken. Een groep Spaanse troepen zou dan 's nachts gemakkelijk de stad kunnen binnendringen en het garnizoen van de Onze-Lieve-Vrouwenpoort overmeesteren. Vervolgens zou een grote Spaanse troepenmacht ongehinderd Maastricht binnen kunnen marcheren.

Een fatale biecht

Het verhaal gaat nu dat Lansmans zijn plannen had opgebiecht bij pater Vinck, een geliefd man onder de Maastrichtse katholieken. De pater zou zelfs zijn goedkeuring aan het verraad hebben gegeven. Vinck nam weliswaar niet actief deel aan het complot, maar hij had zo zijn redenen om de stad graag in Spaanse handen te willen terugzien. In zijn ogen was het protestantisme, dat in Maastricht nu op de eerste plaats kwam, een ketters geloof. En bovendien stond het nieuwe protestantse stadsbestuur stond nogal argwanend tegenover de katholieke bevolking van de stad. Reden te over de gezworenen rustig hun gang te laten gaan.

Overmoed

Maar Claude, die zijn verradersloon bij vooruitbetaling had geïncasseerd, werd wat al te overmoedig. Voor een eenvoudig soldaat gaf hij wel erg veel geld uit, zo viel ook de autoriteiten op. De la Court werd opgepakt en na intensieve ondervraging (zeg maar gerust marteling) begon hij te praten. Ook Lansmans werd daarop gearresteerd en liep leeg, waarop nog een hele reeks van aanklachten volgde. In totaal werden zo’n twintig Maastrichtenaren -  burgers, maar ook geestelijken - opgepakt. Ook pater Vinck werd op 3 maart 1638 in hechtenis genomen.

De pater hield ondanks de lang niet malse ondervragingspraktijken van die tijd zijn lippen stijf op elkaar en wenste niemand in diskrediet te brengen. Dat verhinderde niet dat er uiteindelijk negen verdachten schuldig werden bevonden aan het plegen dan wel medeplegen van verraad, inclusief pater Vinck. Hij werd samen met Lansmans, De la Court, Katers en ene broeder Notijn onthoofd. Hun hoofden werden vervolgens op ijzeren staven gespietst en op de omwalling van de stad geplaatst. Het stuk muur waarop ze destijds werden tentoongesteld bestaat nog steeds en draagt sinds die tijd de macabere naam "de Vijf Koppen".

Pater Vinck bleek uiteindelijk geen actieve rol gespeeld te hebben in het complot. Maar omdat hij niemand wenste te verraden is uit eerbied voor die houding later de kleine Toren Achter De Faliezusters, waar hij gevangen zou hebben gezeten, naar hem vernoemd.

Jaar:
1632

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0