Het Gemeentemuseum in Den Haag in oude luister teruggebracht

Dat een architect een kunstenaar is, zal door weinigen betwist worden. Maar hij is meer dan kunstenaar alleen: ondernemer, zakenman, techneut, manager, al die verschillende disciplines zijn in dat ene beroep verenigd.

Dat geldt in ieder geval voor de vertegenwoordiger van deze beroepsgroep die de Cultuurbarbaar opzocht. We hebben het over Job Roos, de architect die onder meer verantwoordelijk was voor de – uiterst geslaagde – restauratie van het Haags Gemeentemuseum. Samen met zijn compagnon Yske Braaksma heeft Job Roos een goedlopend architectenbureau, gevestigd in een groot pand aan de Haagse Toussaintkade.

Was het een jongensdroom om architect te worden?

‘Het was niet zo dat ik als kind al wist dat ik architect wilde worden. Misschien wel de gebruikelijke dingen, piloot of tramconducteur. Na mijn middelbare school ging ik bouwkunde doen in Delft. Het vak boeide me dusdanig, dat het al na een jaar studie voor me vaststond dat ik architect zou worden.’

‘Wat ik toen echter nog niet wist was dat ik me ooit als zelfstandig architect zou gaan vestigen, Zelf stond me voor ogen om na mijn studie bij een architectenbureau te gaan werken, gewoon, als werknemer. Het is echter anders gelopen en ik heb er nog geen moment spijt van gehad.’

Waarin is jullie bureau gespecialiseerd?

‘Vooral in restauraties en nieuwbouwopdrachten, en een combinatie daarvan. We willen oude gebouwen zodanig restaureren dat het historisch-culturele karakter behouden blijft en toch ook iets ‘eigentijds’ krijgt. We hebben een fascinatie voor bijzondere gebouwen, zoals voor kerken, musea, begraafplaatsen, schouwburgen, in feite monumentale projecten waaraan we iets ‘eigens’ toevoegen.’

‘We hebben eigenlijk een luxeprobleem met die vele opdrachten die we hebben. Daarnaast geef ik nog twee dagen per week les aan de Bouwkundefaculteit in Delft. Dat alles vergt zoveel tijd, dat ik allerlei nevenwerkzaamheden heb moeten afstoten.’

Hoe ontstaat een project?

‘In veel gevallen is er eerst sprake van een wens van de opdrachtgever. Veelal gaat dat ook gepaard met een pakket van eisen. Daarover voeren we dan intensief en nauw overleg met de opdrachtgever. Daaruit ontwikkelt zich gaandeweg een visie. We hebben daarin als architecten wel een leidende rol, maar een ontwerp komt wel in samenspraak tot stand.’

‘Het aardige van onze projecten is dat je met verschillende aspecten te maken hebt. Je hebt te maken met de restauratie van historische gebouwen, waarbij je als architect een evenwicht moet zien te vinden tussen onder andere respect voor de leeftijd en geschiedenis van het gebouw, de omgeving waarin het gebouw is geplaatst en bepaalde opvattingen die opgeld doen bij restauratie van monumentale objecten.’

Achterstallig onderhoud

‘Het resultaat kan steeds weer anders uitpakken. Wat mij betreft, zijn er geen dogma’s het ontwerp verschilt per opgave. Bij het Gemeentemuseum bijvoorbeeld, hadden we het probleem van achterstallig onderhoud. Dus de eerste taak waar we voor gesteld stonden, was het in kaart brengen van de technische problemen.’

‘Verder was het oorspronkelijke museum te klein geworden voor de in de loop der jaren steeds sterker gegroeide collectie. Dat betekende dus: uitbreiden, in overleg met de opdrachtgever, in dit geval de Gemeente Den Haag. In uitvoerende zin was dat de directie van het Gemeentemuseum.’

‘Zodra er overeenstemming is over het programma van eisen en het ontwerp, de waardestelling van de historische kwaliteit, techniek en de ethiek, gaat zo’n project van start.’

De restauratie van het Gemeentemuseum staat op jouw naam. Betekent dit ook dat je alles zelf ontwerpt en uitwerkt?

‘Als architectenbureau werken we per project met een vast team, waarvan een of meer architecten en gespecialiseerde tekenaars deel uitmaken. Verder is er voortdurend contact met de opdrachtgever, de mensen van het museum, ook met bestuurders. En voor de afwerking van de vitrine voor de nieuwe kostuumafdeling hebben wij nauw samengewerkt met een grafisch vormgeefster, Gracia Lebbink. In die zin is zo’n klus nooit een eenmansproject.’

‘Het interessante van het gebouw is dat het een soort ontdekkingstocht was. Het museum is 65 jaar oud; het is weliswaar een jong monument, maar er zijn destijds door Berlage technieken op toegepast die nu niet meer bestaan. Neem bijvoorbeeld de bakstenen die in het oorspronkelijke gebouw zijn gebruikt. We moesten daarvoor een leverancier vinden die in staat was het bakprocedé te leveren.’

Berlageprijs

‘Tegenwoordig worden andere procedé ’s toegepast, waardoor de nuancering in kleur en structuur er als het ware uit is gegaan. Verder moest het messing van de puien uit het buitenland geïmporteerd worden.’

‘Wat we hebben gedaan, is de sfeer van 1935 handhaven, het museum in de oude luister terugbrengen, al is de prestatie van het gebouw stukken beter dan destijds. Ik bedoel daarmee dat het gebouw aan heel andere eisen moet voldoen dan vroeger.’

‘Meer glas, technische voorzieningen zoals een klimaatinstallatie, enzovoorts. Want vergeet niet: aan museumobjecten worden tegenwoordig bepaalde eisen gesteld aan temperatuur en luchtvochtigheid, dat alles ter behoud van het kunstwerk.’

‘Maar als je goed kijkt, zie je dat het museum niet een letterlijke reconstructie van het Berlagegebouw is. De Museumzaal bijvoorbeeld is heel anders geworden. Het geheel heeft een contemporaine, eigentijdse uitstraling gekregen. Het heeft goed uitgepakt: voor de restauratie van het museum is de Berlageprijs toegekend en de Gemeente Den Haag heeft een prijs gekregen voor excellent opdrachtgeverschap.’

‘Maar in feite is zo’n museum nooit helemaal af. De huidige museumdirectie kijkt weer iets anders tegen een aantal zaken aan, ziet het museum in een andere dynamiek. De restauratie van het gebouw is inmiddels twee jaar klaar, maar het gebouw staat, figuurlijk gesproken, niet stil.’

Welke projecten staan er nog op stapel?

‘Om enkele projecten te noemen: de restauratie van de Grote Kerk in Den Haag, het Felix Meritis gebouw in Amsterdam, Fort IJmuiden, en een nieuwbouwplan aan de Prinsegracht nabij het Westeindeziekenhuis.’

‘We zijn nog in de race voor de restauratie van het Rijksmuseum. Als we die opdracht zouden krijgen, zou dat een operatie majeure zijn. Nu zitten we nog in de selectiefase, in maart vindt de presentatie plaats. Interessante projecten zijn ook: ‘De Moriaan’ in Gouda en in Nijmegen de oude Snijderskazerne, die een andere functie krijgt.’

‘Verder zijn we druk doende met de restauratie van een deel van de Agnietenkapel, dat een representatief centrum voor de Universiteit van Amsterdam moet vormen, en met de oude kruitfabriek in Ouderkerk aan de Amstel, een complex oude gebouwen die wordt gerevitaliseerd.’

‘Maar ook met nieuwbouwprojecten, zoals in Den Haag. We zijn daar bezig met het ontwerpen van nieuwe villa’s in een historische context. Het is heel uitdagend om er een passende oplossing voor te vinden, er elementen van deze tijd in te plaatsen.’

Kortom: bouwen in harmonie met de historische omgeving

‘Dat kan, maar niet altijd harmonie in de traditionele zin des woords. In sommige gevallen is het juist het contrast tussen het oude, het bestaande, en het nieuwe, dat goed uitwerkt, dat een bepaalde spanning geeft. Bij het creëren van een nieuwe ingang voor de Grote Kerk in Den Haag denk ik dat je ook daaraan een eigentijdse invulling kunt geven.’

‘We zijn nu ook begonnen met het ontwerp voor een bezoekerscentrum in het Wateringse Veld in Den Haag. Dat is pure nieuwbouw maar erg leuk om te doen. Het is heel vaak met dit soort projecten dat een visie zich gaandeweg ontwikkelt, zonder vooraf een plan te maken.’

Tot slot: wat vind je in algemene zin van de huidige architectuur in Nederland?

‘Het is een heel interessante tijd voor architecten. Er is een enorme diversiteit en veelvormigheid. Alles mag en kan tegenwoordig, maar dat is ook gelijk het probleem. Nu ligt het primaat bij de architecten, maar dat zou naar mijn smaak veel meer bij de stedenbouw moeten komen te liggen.’

‘Allerlei architectonisch gezien volkomen verantwoorde bouwwerken staan nu naast en door elkaar, waardoor het geheel uit balans raakt, naar mijn gevoel althans. De nadruk komt tegenwoordig te sterk op het vormidee te liggen, iedere architect wil zijn stempel op een gebouw drukken.’

‘Na de saaie en wat truttige jaren zeventig zijn we nu weer doorgeslagen naar de andere kant, met zoveel visies naast elkaar. De kritiek op de Vinex-locaties is wat dat betreft alleen maar symptomatisch.’

http://www.braaksma-roos.nl/

 

 

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0