Hokusai

Hokusai

Hokusais bekendste werk is 'De grote golf bij Kanagawa', waar enkele bootjes op een zee van reusachtige golven proberen te varen. Vooral de grootste golf is indrukwekkend en heeft iets van een monster met klauwen. Deze golf verbeeldt de kracht van de natuur en evenzo de kracht van de roeiers in de bootjes. Op de achtergrond staat de berg Fuji.

Dit werk heeft sindsdien veel kunstenaars, en ook veel tekenaars van politieke (spot) prenten, geïnspireerd. Een van die kunstenaars was Vincent van Gogh, wiens Sterrennacht mede ontstond door De grote golf van Hokusai.

Houtsnededruk

Hokusai, is een Japanse kunstenaar, en tegenwoordig een van de bekendste. Hij maakte faam als ukiyo-e-schilder en graficus. Hij werd in 1760  geboren in Edo (nu Tokio), en is vooral bekend als maker van de houtsnededrukserie '36 gezichten op de berg Fuji'. Een van die 36 is 'De grote golf bij Kanagawa'.

Ukiyo-e is een genre van Japanse kunst dat bloeide van de 17e tot 19e eeuw. De kunstenaars maakten houtsneden en schilderijen met onderwerpen als vrouwelijke schoonheden, kabuki-acteurs en sumoworstelaars, scènes uit geschiedenis en volksverhalen; reisscènes en landschappen, flora en fauna en ... erotiek.

Van portretten naar landschappen

Hokusai transformeerde de ukiyo-e-kunstvorm van een portretstijl van courtisanes en acteurs naar een veel bredere kunststijl die zich richtte op landschappen, planten en dieren. Naast houtblokprenten, ontwierp en schilderde hij boekillustraties, waaronder zijn eigen educatieve Hokusai Manga, die bestaat uit duizenden afbeeldingen van elk denkbaar onderwerp. Hij bracht het onder in vijftien delen.

Ambachtelijke familie

Hokusai's geboortedatum is onduidelijk, maar wordt vaak vermeld de 23e dag van de 9e maand van het 10e jaar van het Hōreki-tijdperk (in de oude kalender, of 31 oktober 1760). Hij kwam uit een  ambachtelijke familie, in het Katsushika-district van Edo, Japan. Hij kreeg de naam Tokitarō. Zijn vader was hoogstwaarschijnlijk spiegelmaker voor de shōgun. Hij heeft zijn zoon nooit tot erfgenaam gemaakt, mogelijk omdat zijn moeder een concubine was. Hokusai begon rond zijn zesde met schilderen.

Hokusai was tijdens zijn leven onder minstens dertig namen bekend. Hoewel het gebruik van meerdere namen een gangbare praktijk was van Japanse kunstenaars in die tijd, overtreft zijn aantal pseudoniemen dat van elke andere grote Japanse kunstenaar.   

Boekwinkel

Op 12-jarige leeftijd stuurde zijn vader hem naar een boekwinkel en uitleenbibliotheek, een populaire instelling in Japanse steden. Het lezen van boeken gemaakt van houtsnijblokken was populair bij de midden- en hogere klassen. Op 14-jarige leeftijd ging hij als leerling bij een houtsnijder werken. Dat deed hij tot zijn 18e , toen hij het atelier van Katsukawa Shunshō binnenstapte. Shunshō was een kunstenaar van de ukiyo-e, de stijl van houtsneden en schilderen die Hokusai tot in de puntjes zou gaan beheersen. Shunshō was de eerste man van de zogenaamde Katsukawa-school.

Manga

In 1811, op 51-jarige leeftijd, toen Hokusia zijn naam veranderde in Taito,  begon de periode in waarin hij de 'Hokusai Manga' en verschillende kunsthandleidingen creëerde. Deze handleidingen, die in 1812 begonnen met 'Snelle Lessen om Eenvoudig te Tekenen', waren bedoeld als een manier om geld te verdienen en meer studenten binnen te halen. Het eerste deel van Manga - wat willekeurige tekeningen betekent - werd in 1814 gepubliceerd en was meteen een succes. Tegen 1820 had hij twaalf delen geproduceerd (en werden er postuum nog drie gepubliceerd) met duizenden tekeningen van objecten, planten, dieren, religieuze figuren en gewone mensen, vaak met een humoristische ondertoon.

Op de vlucht

Hokusai is twee keer getrouwd geweest. Hij kreeg vijf kinderen. Zijn eerste zoon en kleinzoon hebben hem in de schulden gebracht, waardoor hij gedwongen werd om continu op de vlucht te zijn voor zijn schuldeisers. Het moest eigenlijk een periode zijn waarin hij op zijn lauweren kon rusten en als geslaagd kunstenaar in Edo kon wonen, maar dat was tevergeefs. Hij had dan wel in totaal 93 huizen, maar hij moest ze telkens verlaten omdat hij de huur niet kon betalen. Hij maakte eens de grap dat het beter is om te verhuizen dan op te ruimen.

Op 68-jarige leeftijd kreeg hij een beroerte waarvan hij genas dankzij traditionele geneeskunde. Alsof dit nog niet genoeg was brandde tien jaar later (1839) zijn huis af, samen met al zijn notities en schetsen. Maar hij ging door. Zijn bekendste werken maakte hij na zijn zestigste, met daarbij de beroemde serie 36 gezichten op de berg Fuji. Hij gebruikte in deze werken vaak in plaats van het vanouds bekende plantaardige indigoblauw het betrekkelijk nieuwe Pruisisch blauw, een chemische kleurstof die in Japan pas vanaf 1829 bekend was.

Haiku

Voortdurend op zoek om zichzelf te verbeteren, riep hij op zijn sterfbed uit: "Als de hemel me maar tien jaar geeft ... Nog vijf jaar, dan zou ik een echte schilder kunnen worden." Hij stierf op 10 mei 1849 en werd begraven in de Seikyō-ji in Tokio. Kort voor zijn dood schreef hij de volgende haiku “Ik zal zachtjes / de zomervelden betreden / als geest.”

Afbeeldingen

1) De grote golf bij Kanagawa, 2) Draak op het drijvend Higashimachi Festival, 1844, Vrouwelijke Golf, 1845, 4) De Vuurdraak ontsnapt uit Berg Fuji, 1849, 5) Fijne wind, heldere ochtend (of rode Fuji), een van de 36 uitzichten op de berg Fuji, 6) De droom van de vissersvrouw, 1814, 7) Zilverreigers uit Snelle Lessen om Eenvoudig te Tekenen, 1823, 8) Ongebruikelijke gezichten op beroemde bruggen in de provincie Sesshuu, Tenmabashi, 9) Tijger in de sneeuw, 10) zelfportret op 83-jarige leeftijd.  

Bijnaam / pseudoniem:
dertig pseudoniemen, onder andere Taito
Functie / titel:
schilder
Geboorte- en sterfdatum:
31 oktober 1760 / 10 mei 1849
Plaats geboorte:
Edo (Tokyo)
Plaats sterven:
Edo (Tokyo)
Sekse:
Man

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0