Paula Modersohn-Becker in Rijksmuseum Twenthe

Het intrigerende verhaal van Paula Modersohn-Becker en haar kunst wordt in de tentoonstelling verteld aan de hand van circa 50 schilderijen en werken op papier, voor het merendeel uit de verzameling van het Von der Heydt-Museum.

Op 31 december 1899, de laatste dag van de 19de eeuw, stapt een jonge vrouw en begaafd kunstenares in een trein die haar van Bremen naar Parijs, en van de 19de naar de 20ste eeuw brengt. Paula Modersohn-Becker verruilt de kunstenaarskolonie in Worpswede, nabij Bremen, voor de stad waar het voor kunstenaars allemaal gebeurt. De stad van de avant-garde, de meest progressieve moderne kunst van Cézanne, Van Gogh, Picasso en vele anderen. In Parijs ontwikkelt zij zich tot de meest vooruitstrevende Duitse kunstenaar van haar tijd

In vele opzichten markeert Paula Modersohn-Becker de overgang van de 19de naar de 20ste eeuw: niet in de laatste plaats door de ambitie die zij als vrouwelijk kunstenaar in een door mannen gedomineerde kunstenaarskring aan de dag legt. Ze verbindt de kunst van een oudere generatie kunstenaars in Worpswede met de internationale kunst zoals zij die aantreft in Parijs. Zeven jaar na haar eerste bezoek aan Parijs komt aan haar veelbelovende start echter een vroegtijdig einde wanneer zij, 31 jaar oud, sterft op het kraambed.

Internationale avant-garde

Paula’s werk wordt getoond naast schilderijen van de Worpswede-groep en vooral naast werken van internationale avant-gardes als Auguste Rodin, Paul Cézanne, Edvard Munch en Pablo Picasso. Behalve uit het Von der Heydt-Museum komen er belangrijke bruiklenen uit onder meer de Paula Modersohn-Becker Stiftung en het Paula-Modersohn-Becker Museum (beide Bremen), de Kunsthalle Bremen en het Stedelijk Museum in Amsterdam.

Naar Parijs

Na tekenlessen in Londen en een kunstopleiding in Berlijn, vestigt de jonge Paula Becker zich in 1898 in het Noord-Duitse Worpswede, een waar kunstenaarsdorp. Ze heeft maar één doel voor ogen: kunstenaar worden. Ze volgt lessen van Fritz Mackensen, sluit vriendschap met de Art Nouveau-schilder Heinrich Vogeler en treedt in het huwelijk met Otto Modersohn. Ze waardeert het landschap, de rust en de mensen in het dorp. Maar haar vooruitstrevende ambities reiken al snel veel verder dan die van de lokale schilders.

Op de laatste dag van de 19de eeuw vertrekt ze naar Parijs om daar nieuwe wegen in te slaan. In totaal brengt ze vier langere periodes in deze stad door. Parijs is dan hét centrum voor vernieuwing in de beeldende kunst. Paula bezoekt de grote musea – het Louvre, Musée du Luxembourg – en tentoonstellingen van eigentijdse kunst; ze volgt lessen aan diverse kunstacademies en maakt kennis met de meest progressieve kunstenaars.

Al tijdens haar eerste bezoek aan Parijs leert zij het werk van Cézanne bewonderen. Geïnspireerd door diens visie en door het werk van Rodin, Gauguin, van Gogh, Munch, Picasso en andere meesters van de avant-garde werkt zij aan een eigen beeldtaal die in Duitsland niet direct wordt begrepen. Toch blijft ze overtuigd van haar kunnen en weet ze zich, pendelend tussen Worpswede en Parijs, te profileren in een door mannen gedomineerde kunstwereld.

Naar Worpswede

Worpswede en Parijs zijn de polen waartussen zich het leven van Paula Modersohn-Becker afspeelt. In het rustige veendorp Worpswede leeft zij met Otto Modersohn, die weliswaar bewondering heeft voor Franse kunst maar dan vooral die van een oudere generatie: de School van Barbizon. Paula’s voorkeur gaat uit naar het hypermoderne, naar de internationale kunst van haar tijd die zij in het bruisende Parijs aantreft. Zij kiest bekende onderwerpen als portretten, landschappen, moeders met hun kind en naakten, met modellen uit het dorp. Maar zij geeft aan deze thema’s een heel eigen vorm.

Haar echtgenoot heeft zeker bewondering voor haar artistieke talent en voor haar doorzettingsvermogen, maar vindt haar tegelijkertijd nogal egoïstisch. Toch blijft hij haar financieel steunen, ook wanneer zij zich in 1906 van hem los wil maken en meer dan een jaar alleen in Parijs verblijft. Het paar komt weer bij elkaar en krijgt eind 1907 een gezonde dochter, Mathilde. Hiermee wordt een lang gevoelde wens werkelijkheid: Paula heeft zichzelf als eerste kunstenares naakt geportretteerd, zwanger en wel, zelfs voordat zij werkelijk in verwachting was. Na de bevalling blijft zij te lang in het kraambed liggen en wordt getroffen door embolie. Zij sterft, slechts 31 jaar oud.

Paula Modersohn-Becker wordt voortdurend heen en weer geslingerd tussen Worpswede en Parijs. In Worpswede denkt zij al snel aan het broeiende Parijs; is ze in Parijs dan mist ze de rust en schoonheid van Worpswede. In Parijs vindt zij echter wel haar werkelijke bestemming, deelnemend aan de enorme experimenteerdrift in de kunsten die zij om zich heen ziet.

Verzamelaars actief

Tijdens haar leven verkoopt Paula Modersohn-Becker slechts drie schilderijen, waaronder een stilleven aan Heinrich Vogeler en een portret van een baby aan de dichter Rainer Maria Rilke. Samen met de beeldhouwer Bernhard Hoetger zijn zij het die er na haar overlijden voor zorgen dat haar naam niet vergeten wordt. Grote verzamelaars als Ludwig Roselius en August von der Heydt beginnen enkele jaren na haar dood werk van haar te kopen. Daarmee wordt de basis gelegd voor de indrukwekkende collecties in Bremen en Wuppertal.

Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus met essays van Verena Borgmann (Kunsthalle Bremen), Beate Eickhoff (Von der Heydt-Museum) en Paul Knolle en Thijs de Raedt (Rijksmuseum Twenthe). (Paula Modersohn-Becker – tussen Worpswede en Parijs, uitgeverij Waanders & de Kunst. Prijs € 19,95)

https://www.rijksmuseumtwenthe.nl/

Datum:
8 april 2018 / 12 augustus 2018
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0