Max Liebermann, Een zomers impressionist in het Gemeentemuseum

Onlangs is de tentoonstelling ‘Max Liebermann, Een zomers impressionist’ geopend. Op de perspresentatie vertelde Benno Tempel, directeur van het Gemeentemuseum, over de band van Liebermann met Nederland en de schilders van de Haagse School, in het bijzonder Jozef Israëls en zoon Isaac Israëls. In Parijs was Liebermann in aanraking gekomen met het impressionisme en hij introduceerde het in zijn eigen land, Duitsland.

 “Vergeet niet, om zo snel mogelijk naar Scheveningen te komen” schrijft Jozef Israëls in maart 1904 aan Max Liebermann (1847-1935). De Duitse kunstenaar brengt tussen 1870 en 1914 verschillende zomers bij zijn vriend Jozef Israëls in Nederland door.

Lichtvlekken

Samen met Israëls zoon Isaac schildert Liebermann er het mondaine leven dat in die periode opkomt; zonovergoten volle terrassen, ruiters en badgasten op het strand. Liebermann is op dat moment binnen en buiten de grenzen van zijn land al een gevierd kunstenaar, beroemd om zijn schilderijen met ‘lichtvlekken’. In 1920 wordt Liebermann zelfs benoemd tot directeur van de academie in Berlijn. Een positie die de joodse kunstenaar tegen het einde van zijn leven, wanneer Hitler aan de macht komt, op moet geven. Desondanks blijft hij ook na zijn dood in Duitsland een publiekslieveling. Vele Duitse musea hebben een of meer Liebermanns in de collectie en om de zoveel jaar is er ergens in Duitsland wel een Liebermann tentoonstelling. In Nederland is zijn oeuvre minder bekend. Om die reden besloot het Gemeentemuseum in samenwerking met het museum Liebermann-Villa am Wannsee een groot overzicht te presenteren met topstukken als Rustpauze in het Amsterdamse Weeshuis (1881-1882) - met de meisjes in hun zo kenmerkende rood-zwarte jurk – en de in Artis ontstane De papegaaienman (1902).

Eenvoudige landarbeiders

In 1873 verruilde de jonge Duitse schilder Max Liebermann Weimar voor Parijs. Parijs is op dat moment een magneet voor vele Europese kunstenaars, maar voor een Duitser is deze stap zo kort na de Frans-Pruisische oorlog niet vanzelfsprekend. Drie jaar eerder werd de strijd in het voordeel van de Duitsers beslecht en menig Fransman koesterde nog grote wrok naar de ‘vijand’. De verhuizing van Liebermann getuigt daarom van een flinke dosis lef. Liebermann volgt zijn hart naar de bakermat van het realisme, een stroming waar hij in Weimar kennis mee maakte. Zonder zelf ooit een spade in de grond te hebben gezet, stort de zoon van een gefortuneerde textielindustrieel zich in Parijs en in Barbizon op het schilderen van eenvoudige landarbeiders. Zijn grote held Jean-François Millet (1814-1875) heeft hij slechts eenmaal gezien. Desondanks maakt Liebermann een reeks werken waarvan het onderwerp rechtstreeks uit het oeuvre van de Fransman is geplukt, zoals Aardappelrooister (1874) en Aardappeloogst in Barbizon (1875).

Barbizon in Nederland

Max Liebermanns eerste reis naar Nederland is van korte duur, maar in die geringe tijd steelt ons land zijn hart. In plaatsjes als Delden, Dongen, Zweeloo en Scheveningen vindt hij zijn eigen Barbizon; een plek waar de tijd heeft stilgestaan. Ver achterlopend op de geïndustrialiseerde naties als Frankrijk, Engeland en Duitsland doet Nederland schilders en schrijvers verlangen naar vervlogen tijden, waar de moderne stoomtrein de trekschuit nog niet heeft verdrongen. In Nederland doet Liebermann inspiratie op voor zijn beste werken, waarmee hij de verlangde erkenning op de Parijse salon krijgt. Zo schildert hij in Amsterdam zijn Rustpauze in het Amsterdamse weeshuis (1881-1882) waarmee hij lof oogst van Berlijn tot Parijs.

Zoals we al zagen is ook de Nederlandse schilder Jozef Israëls is onder de indruk van Liebermanns werk. Bij een tentoonstelling tikt hij de ruim twintig jaar jongere Liebermann op zijn schouder. Het is het begin van een innige vriendschap. Ze brengen verschillende zomers samen in Scheveningen door. Geen plek in Nederland toon zo nadrukkelijk de opkomst van de vrije tijd als Scheveningen. Liebermann schildert er aanvankelijk vooral het vissersdorp, maar al snel maakt zijn realistische verbeelding van het eenvoudige bestaan plaats voor een zonnige weergave van het mondaine leven. Hij schildert tennissers, badgasten en ruiters op het strand. In dezelfde periode komen in heel Europa de dierentuinen op als succesvolle attractie. Zo wordt ook Artis voor Liebermann een geliefd onderwerp.

Lossere penseelstreek

Hoewel men in Duitsland het oeuvre van Liebermann aanvankelijk te Frans vond neemt rond de eeuwwisseling zijn roem in eigen land steeds verder toe. In 1898 is hij medeoprichter van de Berliner Secession, een kunstenaarsvereniging in navolging van gelijke initiatieven in München en Wenen. Liebermann is voorzitter vanaf het eerste uur. De kunstenaar beleeft aan het begin van de nieuwe eeuw het hoogtepunt van zijn succes. Zijn schilderijen brengen op dat moment zelfs meer op dan de schilderijen van Claude Monet. Zijn werk heeft kort daarvoor opnieuw een ontwikkeling doorgemaakt. Terwijl de baksteentjes in de gevel van het weeshuis op zijn veelgeprezen schilderij van de Amsterdamse weesmeisjes nog te tellen waren, hanteert Liebermann vanaf de jaren 1890 onder invloed van het Frans impressionisme een veel lossere penseelstreek, zoals te zien is in Berken aan de oever van de Wannsee, naar het oosten. Deze nieuwe werkwijze maakt van hem uiteindelijk het boegbeeld van het Duits impressionisme.

Internationale blik

Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog komt er een einde aan de bewegingsvrijheid van de internationaal georiënteerde kunstenaars. Voor Liebermann is het niet langer mogelijk naar Nederland te reizen. Desondanks wordt het conflict van Berlijn tot Londen met gejuich ontvangen. Men ziet de oorlog als een definitieve afrekening met de oude tijd. Ook Liebermann laat zich meeslepen door misplaatste gevoelens van heroïsme, maar raakt al snel gedesillusioneerd door de verschrikkingen van diezelfde oorlog. In 1920 wordt Liebermann door de nieuwe regering benoemd tot directeur van de academie in Berlijn. Liebermanns internationale blik, die voorheen nog werd gewantrouwd, blijkt nu zijn grote kracht te zijn. Dankzij zijn grote internationale netwerk weet Liebermann de academie, bolwerk van conservatisme, van binnenuit te liberaliseren. Ondanks de politieke en maatschappelijke spanningen blijft Liebermann als kunstenaar een zonnig impressionist. Ook op hoge leeftijd blijft hij schilderen, maar trekt zich daarbij wel steeds vaker terug in zijn villa aan de Wannsee. Desondanks zal hij in januari 1933 vanuit zijn huis aan de Pariser Platz in Berlijn, de met fakkels verlichte nachtelijke processie ter gelegenheid van Hitlers machtsovername hebben kunnen zien. Als joodse kunstenaar wordt zijn positie als erevoorzitter aan de academie tijdens de laatste jaren van zijn leven onhoudbaar.

Publiekslieveling

Max Liebermann overlijdt op 8 februari 1935 in zijn huis aan de Pariser Platz. Voor een man die zo’n prominente rol in Berlijn had gespeeld, is zijn begrafenis slechts een kleine ceremonie. Er bestond op dat moment geen ruimte voor waardering van een joodse kunstenaar die Nederlandse scenes schilderde in de stijl van de Franse impressionisten. Na de oorlog wordt zijn werk in Duitsland wel weer gewaardeerd en groeit hij alsnog uit tot een van Duitslands grootste publiekslievelingen. Om die reden worden zijn topstukken in Duitse collecties nauwelijks uitgeleend. Voor de tentoonstelling Max Liebermann – Een zomers impressionist maakten vele Duitse instellingen hiervoor een uitzondering. Zo verlaat Liebermanns Rustpauze in het Amsterdamse Weeshuis voor het eerst de stad Frankfurt, waar het een permanente plek heeft in het Städel Museum.

De zee van meneer Max

Bij de tentoonstelling is weer een mooie publicatie verschenen. Naast reproducties van Liebermanns  prachtige oeuvre is het boek rijk geïllustreerd met historisch beeldmateriaal (Uitgeverij WBOOKS, 24,95). Voor de jongste fans is er een nieuw kinderkunstboek in de reeks die het Gemeentemuseum samen met Uitgeverij Leopold maakt. De zee van meneer Max is geschreven door Koos Meinderts en geïllustreerd door zijn echtgenote Annette Fienieg.

Afbeeldingen

1) Max Liebermann, Rustpauze in het Amsterdamse Weeshuis, 1881-1882, olieverf op doek, 78,5 x 107,5, Städel Museum, 2) Max Liebermann (1847 - 1935), "De Oude Vink" Restaurant in Leiden, 1905, Olieverf op doek, 88 x 71 cm, Kunsthaus Zürich, 3) Max Liebermann (1847 - 1935), Reiter am Strand (Ruiter op het strand), 1908, Olieverf op doek, 71 x 89 cm, Museumslandschaft Hessen Kassel, 4) Max Liebermann, (1847 - 1935), Ateliers des Künstlers (Het atelier van de kunstenaar), 1902, olieverf op doek, 68,5 x 82 cm, Kunstmuseum St. Gallen, 5) Max Liebermann (1847-1935), De papegaaienman, 1902, Museum Folkwang, Essen, 6) Max Liebermann (1847 - 1935), Berken aan de oever van de Wannsee, naar het oosten, 1924, olieverf op doek, 50 x 60 cm, Museum Wiesbaden, 7) Max Liebermann, Larens boerinnetje met schapen, ongedateerd, pastel op papier, 60 x 76,5 cm, collectie Gemeentemuseum Den Haag 

https://www.gemeentemuseum.nl/nl

Datum:
24 maart 2018 / 24 juni 2018
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0