Keramist Hans de Jong in Gemeentemuseum

Humor en vakmanschap gaan hand in hand bij keramist Hans de Jong (1932-2011). Zonder zich te bekommeren om gebruiksfuncties, boetseert hij van klei fantasiebeesten en speelse figuren met namen als Huilebalk, Vliegvors, Platlander en Zijne Doorzichtigheid.

“Ik kan alleen dingen maken die ik zelf leuk vind, zonder iets ermee te willen betogen of te bedoelen, zonder er zelfs aan te denken, wat er mee moet gebeuren of waar ze heen gaan.” - Hans de Jong

Neerzetten en kijken

Zijn figuratieve plastieken, maar ook zijn vazen en potten bieden, zoals hij het zelf zegt, ‘de luxe van het strikt overbodige’. Je kunt er bijna niets anders mee doen dan neerzetten en er naar kijken - in de gelaagdheid van de huid en de grafische details valt genoeg te zien. Voor het eerst sinds het overlijden van de keramist is er nu een tentoonstelling die inzicht biedt in zijn gehele oeuvre.

Hans de Jong behoort samen met onder anderen Lies Cosijn, Jan de Rooden, Johnny Rolf, Johan van Loon en Helly Oestreicher tot een generatie Nederlandse keramisten die niet geïnteresseerd is in het vervaardigen van gebruikskeramiek. Door de jaren heen maakt hij incidenteel wel wat functionele voorwerpen, meestal in opdracht en als uitzondering die de regel bevestigt.

Keramiek als kunstvorm

De tentoonstelling in Gemeentemuseum Den Haag bestaat uit circa 70 werken uit de periode van 1959 tot en met 2001, met een nadruk op de jaren 60 en 70, de periode waarin de keramiek als kunstvorm een grote mate van autonomie weet te bemachtigen. In deze nieuwe era binnen de Nederlandse keramiek worden de mogelijkheden van het materiaal steeds vernuftiger uitgebuit en spelen kunstenaars met de balans tussen materie en tussenruimte. Zo krijgen de plastieken meer zeggingskracht, waarmee de afstand tot de beeldhouwkunst steeds kleiner wordt.

In 1963 presenteerde het Gemeentemuseum een tentoonstelling van 22 hedendaagse keramisten onder de naam Nederlandse Pottenbakkers nu. In het daaropvolgende jaar werd het museum verrijkt met een veertigtal voorbeelden van destijds als modern bestempeld keramiek, verkregen uit een fonds bijeengebracht door de leden van de Vrienden van het Gemeentemuseum. Sindsdien maken onder andere Kruisvaarder (1961), Dubbelkoppig beest (1962) en Ruiter te paard (1964) van Hans de Jong deel uit van de collectie van het Gemeentemuseum.

Speels gebaar

De plastieken in de tentoonstelling zijn typerend voor het speelse gebaar in het werk van Hans de Jong. Zelf noemt hij zijn figuren steevast poppen’, waarmee hij zijn voorliefde voor het poppentheater en toneel in het algemeen laat spreken. In 1957 maakt hij een serie maskers voor de eerste voorstelling van Cabaret Tingel-Tangel van Marijke en Sieto Hoving.

In een interview in De Telegraaf in 1961, zegt hij hierover: Ik heb in mijn studententijd veel tijd besteed aan een poppentheater, waarvoor ik ook alle poppen heb gemaakt en dat is, geloof ik, het begin geweest van het gekleurde beeldhouwwerk zoals ik dat nu bedrijf….

Publicatie

De tentoonstelling valt samen met de eerste publicatie over het indrukwekkende oeuvre van Hans de Jong. Hans de Jong 1932 - 2011. Keramist verschijnt bij Waanders & de Kunst (ISBN 978 94 6262 156 5, € 27,50).

Afbeeldingen: 1) Hans de Jong (1932-2011), Dubbelkoppig beest, 1962, geglazuurd aardewerk, Gemeentemuseum Den Haag (Schenking Vrienden van het Gemeentemuseum Den Haag), 2) Ruiter te paard, 1964 Geglazuurd chamotte steengoedklei Collectie Gemeentemuseum Den Haag. Schenking Vrienden van het Gemeentemuseum Den Haag, 3) Kruisvaarder, 1961, geglazuurd aardewerk, Gemeentemuseum Den Haag, 4) Wijsgeer, circa 1965, geglazuurd steengoed met ingestempeld en ingekrast decor, Gemeentemuseum Den Haag

https://www.gemeentemuseum.nl/nl/tentoonstellingen/straks-te-zien

Datum:
4 november 2017 / 18 februari 2018
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0