Amsterdammers en slavernij in Stadsarchief
Amsterdammers en slavernij in Stadsarchief
Bijna drie eeuwen lang was de stad Amsterdam nauw betrokken bij slavenhandel en slavernij in koloniën in Azië en het Atlantisch gebied (1602-1873). Honderdduizenden slaafgemaakte mensen werden er verhandeld en te werk gesteld. Meer dan duizend slaafgemaakten kwamen voor kortere of langere tijd naar Amsterdam.
Het economische belang voor de stad was groot. Zo wordt in een document uit 1730 gesteld dat vrijwel iedere Amsterdammer – arm of rijk – een stuk brood aan Suriname verdiende. De producten uit Suriname waren gebaseerd op de arbeid van mensen in slavernij.
In deze tentoonstelling staan dertien Amsterdammers centraal die betrokken waren bij de slavernij in Brazilië, Curaçao, Indonesië, Berbice en op zee. Zwart en wit, rijk en arm, man en vrouw. Als slavenhandelaar, matroos of dienstbode. Van weeskind tot notaris.
Tentoonstelling in de Hal en Schatkamer, 30 juni - 11 oktober 2020
Afbeeldingen
1) het schip Beeckesteyn, 2) Hendrik van Guinea Charles (1827-1899), ca. 1895, 3) Tabaksvignet van J.G.A. Heukensfeldt, tabaksverkoper in de Lange Leidsedwarsstraat, 4) Jacob Ernst Marcus, Portret van Susanna Dumion (1713-1818) op 100-jarige leeftijd, ca. 1813 tot 1818 (Teylers Museum)